Tribal Leadership – Leveraging Natural Groups to Build a Thriving Organization

Auteurs: Dave Logan; John King; Halee Fischer-Wright

De auteurs geven aan dat je in je organisatie tribes (stammen) kan herkennen, en wat voor cultuurniveau die stammen hebben. Dit laatste herken je op basis van taalgebruik door de leden van de stam.

Maar eerst moet je weten wat een stam is. Een stam is elke groep van 20 tot 150 mensen die elkaar genoeg kennen om op straat even te stoppen en een praatje te maken. Veelal komen ze overeen met de mensen in je e-mail adresboek en je smartphone. Vaak is een klein bedrijf een stam, vaak is een groot bedrijf een stam van stammen. Een kleine stam (20 mensen) heeft vaak maar een cultuur, een (middel)grote stam (50 tot 150 mensen) kan meerdere cultuurniveaus tegelijk hebben.

“Tribal leadership” is leiderschap dat zich focust op taal en gedrag binnen een cultuur. Het zoekt niet naar het aanscherpen van cognities, geloof, houding, of andere factoren die we alleen indirect kunnen onderstellen. Het focust wel op taalgebruik, gedrag en relatiestructuren. Om een start te maken met dit leiderschap moet de leider starten met het oefenen van twee zaken:

  1. De stammen vertellen hem hun cultuurniveau door hun taalgebruik.
  2. De stammen “upgraden” naar een “hoger” cultuurniveau.

Uit het onderzoek van de auteurs blijkt dat het gebruik van de volgende woordenschat typerend is voor de cultuurniveau’s:

Stage Mentaliteit Woordgebruik – voorbeelden
1 Life sucks – clusters van ‘gangs’ – vervreemding Het leven, sucks, is klote, onderbreken, kan niet, stop, whatever
2 My life sucks – clusters van apathische slachtoffers – afgescheiden Baas, leven, proberen, kan niet, opgeven, quitten, sucks, is klote
3 I’m great – “lone warrior”, cultuur van het “wild, wild west” Ik, mij, mijn, job, beroep, doen, deed, heb, ging
4 We’re great – uitstralen van fierheid van de stam als partnerschap Wij, ons, team, doen, zij, hebben, deed het, committen, waarde
5 Life is great – onschuldige verwondering in team Wow !, mirakel, gelukkig, visie, waarden, wij.

 

Daarbij reiken ze tevens een aantal handvaten aan waarmee je van een groep van een lager cultuurniveau kan opwaarderen naar een hoger cultuurniveau. De succesfactoren waar je daarbij moet naar uitkijken zijn de woorden die de stam daarbij gaat gebruiken tijdens hun evolutie naar een hoger niveau. Daarbij moet de leider terug twee zaken in het achterhoofd houden:

  1. De stam moet stelselmatig niveau per niveau stijgen, het kan er geen overslaan.
  2. De stam moet een tijdje het niveau zich eigen maken.

Hefbomen van niveau 1 naar 2:

  • De persoon moet het zelf inzien en willen. De actie opzoeken: gaan eten met de collega’s, naar meetings gaan, sociale functies opnemen…
  • Moedig een breuk met anderen met een “life sucks”-mentaliteit aan

Van niveau 2 naar 3:

  • Moedig aan om vrienden te maken in dyadische (twee-persoon) relaties.
  • Moedig vriendschap aan met mensen in laat-stage 3.
  • Toon haar dat haar werk een verschil maakt.
  • Toon binnen haar competenties wat haar sterktes zijn.
  • Toon haar groeipotentieel aan dat ze nog te verwerven heeft, maar hou het met een positieve toon.
  • Geef haar projecten die ze goed kan in een korte tijd. Volg het niet te strak op.

Van niveau 3 naar 4:

  • Moedig aan om triades te vormen (drie-persoon relaties).
  • Laat haar hen de kernwaarden leren kennen, overeenkomstige interesses ontdekken, en opportuniteiten vinden waar ze elkaar kunnen aanvullen op werkvlak.
  • Moedig aan om projecten op te nemen die ze niet alleen aankan. Dus werken met partners.
  • Toon aan dat het succes uit eigen werk voortkomt, maar dat de volgende stap iets is dat een andere stijl vereist: samenwerken.
  • Beschrijf rolmodellen die hun focus hebben op “wij”, triades en groepssuccessen
  • Vertel over de eigen stap van niveau 3 naar 4
  • Leer haar dat echte macht niet kennis is maar netwerken. Maak duidelijk dat je aan haar kant staat.
  • Moedig transparantie aan. Moedig aan om wat meer te vertellen dan het strikt noodzakelijke.

Van niveau 4 naar 5:

  • Verzeker dat haar triades gebaseerd zijn op waarden, voordelen en opportuniteiten.
  • Moedig gebruik van marktcondities aan om geschiedenis te schrijven.
  • Indien de markt niets aanreikt, creëer dan een opportuniteit.
  • Rekruteer anderen naar de stam die de waarden van de strategie van de groep delen.
  • Als het team op moeilijkheden stuit, duidt dan ook anderen aan voor oplossingen. Probeer niet alles zelf op te lossen (niveau 3).
  • “Vervang regelmatig de olie” met volgende vragen: 1) wat gaat goed, 2) wat gaat niet goed) en 3) wat kan het team daaraan doen?

Stamleiders doen hun werk voor het goed van de anderen, niet voor hunzelf, en ze worden beloond met trouwe medewerkers, hard werk, innovatie en samenwerking. De stam kan moeilijkere opdrachten af in kortere tijd met een hogere kwaliteit van afwerking.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

Recent Posts